Nieuwsitem

Werkgeefster gaat bij vermeend grensoverschrijdend gedrag letterlijk en figuurlijk haar boekje te buiten!

Werkgeefster exploiteert een aantal boekwinkels in Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel. Daarnaast verkoopt zij boeken en aanverwante artikelen via haar website. Werkneemster is sinds 2014 in dienst en werkzaam als filiaalleidster van de twee vestigingen in Groningen. Daarnaast is zij  lid van het Managementteam.

Wat is er aan de hand?

In november 2022 ontving een deel van het MT een e-mail van een ex-medewerkster inclusief een achttal brieven van (voormalig) werknemers, waarin wordt geklaagd over het gedrag van de filiaalleidster. De klachten hebben betrekking op een angstcultuur en een negatieve werksfeer als gevolg van vermeend intimiderend gedrag van en machtsmisbruik door de filiaalleidster. De klachten zouden ook bij de vertrouwenspersoon zijn gemeld.

De filiaalleidster wordt vervolgens uitgenodigd voor een gesprek op het hoofdkantoor, waar haar – na dat zij kennis heeft kunnen nemen van de verklaringen van de medewerkers – wordt medegedeeld dat zij tot nader order wordt vrijgesteld van werk.

Werkgeefster bevestigt een en ander bij brief waarin zij aangeeft (a) dat de ernst van de klachten een onderzoek rechtvaardigt (b) dat zij ook eigen ervaringen heeft met werkneemster die aansluiten bij de klachten van de werknemers en (c) de voorkeur uitgaat naar een neutrale beëindiging van het dienstverband. Met andere woorden er wordt direct aangestuurd op een beëindiging van het dienstverband.

De filiaalleidster stemt niet in met een ontslag. Zij is van mening dat gelet op de overgelegde verklaringen niet gesteld kan worden dat er sprake is van een onwerkbare situatie, dat partijen daarom met elkaar in gesprek dienen te treden en een onderzoek dan achterwege kan blijven.

Het lukt partijen niet om tot een oplossing te komen, wat voor werkgeefster de aanleiding is om een extern bureau opdracht te geven voor het doen van een onderzoek naar de werksfeer in de vestigingen in Groningen. De medewerkers zijn gehoord. De filiaalleidster heeft in het kader van wederhoor onder meer aangegeven “dat zij zich niet kan verdedigen tegen voorvallen, waarvan zij geen weet heeft, zoals de stelling dat zij de waarheid zou hebben verdraaid of zaken opblies”?

Het onderzoeksbureau heeft uiteindelijk op grond van haar bevindingen geadviseerd de arbeidsovereenkomst met de filiaalleidster te beëindigen. De vraag dient zich bij mij aan in hoeverre werkgeefster als opdrachtgever haar voorkeur voor een bepaalde uitkomst in de onderzoeksopdracht tot uiting heeft laten komen.

Omdat partijen er niet in zijn geslaagd overeenstemming te bereiken is de werkgeefster naar de kantonrechter gestapt met een ontbindingsverzoek. De filiaalleidster zou ernstig verwijtbaar handelen worden verweten waardoor – als gevolg van haar gedrag – er ook sprake is van een duurzame verstoring van de arbeidsrelatie.

De filiaalleidster verzoekt het ontbindingsverzoek af te wijzen en haar werkzaamheden te mogen hervatten. Gaat dat niet dan verzoekt zij naast de transitievergoeding en de maximale cumulatie vergoeding (op basis van de i-grond) een billijke vergoeding van € 183.072,40.

Hoe kijkt de kantonrechter aan tegen deze zaak?

De kantonrechter is van oordeel dat werkgeefster deze kwestie volledig verkeerd heeft aangepakt.

De kantonrechter stelt bij de beantwoording van de vraag of de filiaalleidster ernstig verwijtbaar heeft gehandeld voorop dat zij negen jaar in dienst is als leidinggevende. Vast staat ook dat zij in al die jaren naar tevredenheid heeft gefunctioneerd, althans dat zij in die jaren nooit formeel op haar functioneren is aangesproken, terwijl werkgeefster op de hoogte was van haar stijl van communiceren en haar houding.

Weliswaar is de filiaalleidster binnen het Managementteam wel eens aangesproken op haar gedrag, maar niet op haar functioneren als leidinggevende op zich. Werkgeefster heeft ook erkend dat geen functioneringsgesprekken met haar zijn gevoerd. Ook is niet gebleken dat de stijl van leiding geven van de filiaalleidster door de jaren heen is gewijzigd. Van de filiaalleidster mag gezien haar functie een hoge mate van zelfstandigheid worden verwacht, maar dat neemt niet weg dat ook zij moet worden gewezen op tekortschieten in haar functioneren en de mogelijkheid moet krijgen haar functioneren te verbeteren.

De kantonrechter is het met werkgeefster eens dat een goed werkgeefster signalen van grensoverschrijdend gedrag nader moet onderzoeken. De kantonrechter volgt werkgeefster echter niet in haar betoog dat de verklaringen die zij van (oud)medewerkers heeft ontvangen voldoende aanleiding waren om de filiaalleidster per direct op non actief te stellen.

Werkgeefster had een minder zwaar middel kunnen en moeten aangrijpen om de in de verklaringen van de (oud)medewerkers aangekaarte problemen aan te pakken. Zo had zij eerst intern onderzoek kunnen doen door zelf met medewerkers het gesprek aan te gaan en had zij door middel van mediation of een groepsgesprek onder leiding van een professionele onafhankelijke derde kunnen trachten de problemen tussen de filiaalleidster en haar medewerkers op te lossen. Ook had werkgeefster een coaching traject kunnen aanbieden in het kader van een verbetertraject voor haar functioneren als leidinggevende. Dat is allemaal niet gebeurd.

En ’last but not least’ is de kantonrechter van oordeel dat werkgeefster de verkeerde afslag heeft genomen door vanaf het begin al aan te sturen op een beëindiging van het dienstverband. Dit leidt tot het oordeel dat werkgeefster de partij is die ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Door te handelen zoals de werkgeefster heeft gehandeld heeft zij in aanzienlijke mate bijgedragen aan een onafwendbare ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Onder verwijzing naar het New Hairstyle-arrest van de Hoge Raad (HR 30 juni 2017, ECLI:NL:HR: 2017:1187) begroot de kantonrechter de billijke vergoeding die aan de filiaalleidster wordt toegekend op € 50.000,– bruto. Tevens wordt een transitievergoeding van € 14.577,– toegekend.

Bron: ECLI:NL:RBNNE:2023:5492, Rechtbank Noord-Nederland, 10456490 (rechtspraak.nl)