Nieuwsitem

Vereisten voor de ontslaggrond disfunctioneren

Een arbeidsovereenkomst kan worden ontbonden op grond van disfunctioneren. De juridische basis voor deze ontslaggrond is neergelegd in artikel 7:669 lid 3 onderdeel 3 BW.

Wat zijn nu de vereisten waaraan een ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens disfunctioneren moet voldoen?

Naar het oordeel van de kantonrechter Amsterdam moet aan een ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens disfunctioneren worden voldaan aan de volgende vereisten:

(a) er moet sprake zijn van achterblijvend functioneren;

(b) waarvan de werknemer in kennis moet worden gesteld;

(c) bij de beantwoording van de vraag of een werknemer al dan niet geschikt is voor de bedongen arbeid heeft een werkgever een zekere mate van beoordelingsvrijheid;

(d) werkgever dient een werknemer in voldoende mate in de gelegenheid te stellen om zijn functioneren te verbeteren;

(e) de ongeschiktheid voor de bedongen arbeid mag niet het gevolg zijn van onvoldoende zorg van de werkgever voor scholing van de werknemer;

(f) welke ondersteuning, begeleiding en hulp mag worden verwacht van een werkgever ter verbetering van het functioneren van zijn werknemer en de wijze van vastlegging daarvan, hangt af van de omstandigheden van het geval;

(g) daarbij kunnen een rol spelen de aard, inhoud en het niveau van de functie, de aanwezige opleiding en ervaring, aard en mate van ongeschiktheid van de werknemer, de duur van het onvoldoende functioneren, wat er in het verleden is gedaan ter verbetering van dat functioneren, in hoeverre een werknemer open staat voor kritiek en zich inzet voor verbetering.

In deze kwestie, waarin een leidinggevende op basis van klachten van zijn medewerkers werd aangesproken op zijn functioneren, kwam de kantonrechter tot het oordeel dat, voor zover al sprake is van onvoldoende functioneren, werknemer geen (reële en serieuze) kans heeft gehad om zijn functioneren te verbeteren (sub d).

De kantonrechter licht dat nader toe. Na een (team)coaching in 2019, vervolgens goede beoordelingen en geen klachten van werkgever over zijn functioneren is werknemer, nadat er in oktober 2021 (derhalve ruim 2,5 jaar later) een aantal klachten over hem kwam, direct uit zijn functie gezet. Hij heeft geen enkele kans gehad om het vertrouwen van zijn teamleden in hem te herstellen, noch om zijn handelen en manier van leidinggeven te verbeteren waar nodig.

De kantonrechter is wel van oordeel dat inmiddels sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie. Deze verstoring is ook ernstig en duurzaam, en gezien de recente berichten van collega’s over de terugkeer van werknemer leeft die verstoring ook breder. Daarvan kan werknemer geen verwijt worden gemaakt. Dat neemt evenwel niet weg dat de arbeidsovereenkomst desondanks kan worden ontbonden vanwege een verstoorde arbeidsrelatie. De werknemer maakt dan ook aanspraak op de transitievergoeding en een billijke vergoeding van bij elkaar opgeteld € 114.000,– bruto.

Bron: ECLI:NL:RBAMS:2023:7033 Rechtbank Amsterdam, 01-11-2023, 10598438 EA VERZ 23-669