Nieuwsitem

Uitzendbeding wegens ziekte toegestaan, mits op verzoek van inlener.

In de beschikking van 17 maart jl. oordeelt de Hoge Raad dat een uitzendbeding, dat inhoudt dat de uitzendovereenkomst van rechtswege eindigt indien op verzoek van de inlener de terbeschikkingstelling eindigt – ook wegens of tijdens ziekte van de uitzendkracht – niet in strijd is met het wettelijke stelsel van het ontslagrecht en het opzegverbod tijdens ziekte. Bij de totstandkoming van artikel 7:691 lid 2 BW heeft de wetgever bewust een uitzendbeding van deze strekking mogelijk gemaakt. Omdat bij amendement de bescherming van de werknemer is gevonden in het ‘op verzoek van de inlener’, verdraagt een cao-bepaling die uitgaat van de fictie van een verzoek tot beëindiging van de inlener zich niet met het wettelijke stelsel. De cao-bepaling is voor dit deel (partieel) nietig.

Wat is er aan de hand?

Een uitzendkracht van Uitzendbureau Solutions met een uitzendovereenkomst fase 1-2 met uitzendbeding raakte na een arbeidsongeval arbeidsongeschikt. Het uitzendbureau beriep zich op het einde van de uitzendovereenkomst conform de cao. In de betreffende cao-bepaling (nu artikel 15 lid 1 van zowel de NBBU- als de ABU-cao) staat dat in het geval van arbeidsongeschiktheid de uitzendovereenkomst met uitzendbeding direct na de ziekmelding wordt geacht met onmiddellijke ingang te zijn beëindigd op verzoek van de opdrachtgever. Dit wordt wel de ‘fictie’ genoemd: de fictie dat de inlener in het geval van ziekte van de uitzendkracht de terbeschikkingstelling ‘toch wel zou beëindigen’ en dat daarom bij ziekte de uitzendovereenkomst met uitzendbeding altijd automatisch eindigt. Het Hof Den Haag oordeelde dat het beroep van Solutions op automatische einde vanwege het uitzendbeding bij ziekte niet rechtsgeldig is, omdat dit in strijd is met het opzegverbod tijdens ziekte. Solutions heeft zich vervolgens tot de Hoge Raad gewend. Hoewel het uitzendbureau het cassatieberoep heeft ingetrokken, vond de Hoge Raad het toch nodig uitspraak te doen in het belang van de rechtsontwikkeling.

Wat vind de Hoge Raad?

Het uitzendbeding kan ook in geval van ziekte van de uitzendkracht tot beëindiging van de uitzendovereenkomst leiden, mits de inlener daartoe het verzoek doet om de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht te beëindigen.

ECLI:NL:HR:2023:426, Hoge Raad, 21/04342 (rechtspraak.nl)