Transitievergoeding: gaat er wat veranderen?
Demissionair Minister Asscher heeft op 23 maart 2017 een wetsvoorstel ingediend waarin maatregelen worden getroffen met betrekking tot het betalen van een transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid.
Overwogen opties
In de Memorie van Toelichting bij dit wetvoorstel geeft de Minister aan dat er een aantal opties zijn onderzocht om de verplichting tot betaling van de transitievergoeding bij een beëindiging van het dienstverband wegens langdurige arbeidsongeschiktheid anders in te vullen.
Een van de opties was het geheel laten vervallen van de verplichting om een transitievergoeding te betalen bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Belangrijkste argument van het kabinet om dat niet te doen: strijdigheid met het beginsel van gelijke behandeling.
Gekozen optie
De Minister stelt voor de werkgevers te compenseren voor (in beginsel) de betaalde transitievergoeding en de eventueel daarop in mindering gebrachte transitie- en inzetbaarheidskosten.
De compensatie zal door het UWV vanuit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf) worden verstrekt, met als gevolg een verhoging van de uniforme premie.
Geen onderscheid naar aard overeenkomst of wijze van beëindiging
De regeling heeft betrekking op het verschuldigd zijn van de transitievergoeding:
– bij het niet verlengen van tijdelijke arbeidsovereenkomsten waarbij de werknemer bij het van rechtswege eindigen van de arbeidsovereenkomst ziek is (en dus in de regel aanspraak maakt op ziekengeld op grond van de Ziektewet);
– bij arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde of bepaalde tijd die vanwege het niet langer kunnen verrichten van de bedongen arbeid na ommekomst van de periode waarvoor het opzegverbod bij ziekte geldt, worden opgezegd of ontbonden via de kantonrechter;
– bij de om hierboven genoemde redenen beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden.
Beperking aan de hoogte van de vergoeding
Er worden een aantal beperkingen aangebracht in de hoogte van de compensatie aan werkgever:
– er wordt niet meer aan compensatie betaald dan de transitievergoeding waar een werknemer recht op zou hebben op het moment dat de loondoorbetalingsplicht eindigt (in de regel na twee jaar ziekte);
– de compensatie zal niet meer bedragen dan het bedrag van het tijdens ziekte aan werknemer betaalde bruto loon exclusief werkgeverslasten.
Daarnaast wordt het mogelijk op de transitievergoeding de transitie- of inzetbaarheidskosten in mindering te brengen.
Opvolgende ziekteperioden
In het geval van elkaar opvolgende ziekteperioden worden deze perioden alleen in aanmerking genomen bij het bepalen van het tijdens ziekte betaalde loon als zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.
Elkaar opvolgende tijdelijke contracten
Als er sprake is van elkaar opvolgende tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever die meetellen voor de berekening van de transitievergoeding en een werknemer tijdens die contracten (al dan niet deels) ziek is geweest, tellen die perioden mee voor het bepalen van het bedrag aan loon dat tijdens ziekte wordt betaald.
Bij elkaar opvolgende tijdelijke contracten bij verschillende elkaar opvolgende werkgevers telt alleen het loon mee dat tijdens ziekte is betaald door de werkgever die de transitievergoeding is verschuldigd.
Nadere regels met betrekking tot de uitvoering
Bij aparte ministeriële regeling zullen regels worden gesteld met betrekking tot de aanvraag en de verstrekking van de compensatie (aanvraagprocedure en termijn van aanvraag waarbij gedacht wordt aan een termijn van zes maanden nadat werkgever een contractuele of transitievergoeding heeft betaald).
Inwerkingtreding en terugwerkende kracht
De beoogde inwerkingtreding van deze compensatieregeling is 1 januari 2019.
De compensatieregeling gaat ook gelden voor de op of na 1 juli 2015 wegens langdurige arbeidsongeschiktheid beëindigde arbeidsovereenkomsten.
Bron: