Nieuwsitem

Ook een relatiebeding moet schriftelijk worden overeengekomen

In artikel 7:653 lid 1 BW is bepaald dat een concurrentiebeding schriftelijk moet worden overeengekomen.

In 2008 heeft de Hoge Raad al bepaald dat aan het schriftelijkheidsvereiste is voldaan als het concurrentiebeding is opgenomen in bijvoorbeeld een personeelshandboek of personeelsreglement, mits aan twee voorwaarden wordt voldaan:

–     de arbeidsvoorwaarden waren als bijlage bij het ondertekende document gevoegd en in dat document is naar die arbeidsvoorwaarden verwezen, óf

–     de werknemer heeft in het ondertekende document uitdrukkelijk verklaard dat hij instemt met het concurrentiebeding.

Geldt dit nu ook voor een relatiebeding?

Wat zijn de feiten?

Werknemer is op 1 maart 2003 als belastingadviseur in dienst getreden van een adviesbureau.

In de arbeidsovereenkomst was geen relatiebeding opgenomen. Een relatiebeding bevat veelal de postcontractuele verplichting dat een ex-werknemer de relaties van de vorige werkgever niet mag benaderen.

Het relatiebeding was echter wel in het personeelsreglement van het adviesbureau opgenomen, maar dit personeelsreglement was niet bij de arbeidsovereenkomst gevoegd.

Werknemer zegt vervolgens op enig moment de arbeidsovereenkomst op en is zijn eigen onderneming gestart. De ex-werkgever stelt dat werknemer vervolgens in de uitoefening van zijn bedrijf het relatiebeding heeft geschonden en vordert een betaling van bijna € 300.000,–

De kantonrechter wijst de vordering van de ex-werkgever toe. Het Gerechtshof wijst in hoger beroep de vordering van de ex-werkgever af. Uiteindelijk komt deze kwestie bij de Hoge Raad.

Wat zegt de Hoge Raad?

Bij de Hoge Raad stelt de ex-werkgever dat het personeelsreglement in samenhang met de arbeidsovereenkomst aan werknemer ter beschikking is gesteld. Volgens werkgever heeft dit plaatsgevonden doordat het reglement persoonlijk aan werknemer is overhandigd of bij afwezigheid van werknemer in diens postvakje is gelegd.

De Hoge Raad sluit aan bij de uitspraak uit 2008 (ECLI:NL:HR:2008:BC0384): dat arrest dient strikt te worden uitgelegd, wat betekent dat de twee hierboven genoemde vereisten ook van toepassing zijn op het relatiebeding.

In deze zaak oordeelt de Hoge Raad als volgt: nu het personeelsreglement niet bij de arbeidsovereenkomst was gevoegd en werknemer niet uitdrukkelijk heeft ingestemd met het relatiebeding in het personeelsreglement is niet aan het schriftelijkheidsvereiste voldaan.

Werkgever wordt dus door de Hoge Raad in het ongelijk gesteld.

De Hoge Raad maakt vervolgens nog een doorsteek naar de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). De op 1 januari 2015 in werking getreden wijziging van artikel 7:653 lid 1 BW heeft voor een kwestie als deze geen verandering gebracht.

Bron: Hoge Raad 3 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:364