Nieuwsitem

Alcohol- en drugsbeleid: een praktijkgeval

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) plaatste op 22 februari 2017 het volgende persbericht:

Uniper trekt alcohol- en drugscontrolebeleid in na onderzoek Autoriteit Persoonsgegevens

Energiebedrijf Uniper (tot 1 januari 2016 E.ON) heeft na onderzoek van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) zijn alcohol- en drugscontrolebeleid voor medewerkers ingetrokken. Volgens dit beleid was Uniper van plan gegevens over de gezondheid van medewerkers te verwerken. Dit beleid was in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).

Verwerking medische gegevens

Uniper had beleid vastgesteld om alcohol- en drugstesten in te zetten om onveilige situaties te voorkomen. Uniper zou op deze manier medische gegevens van werknemers verwerken, zoals de uitkomsten van adem- en wangslijmtesten. Wie niet mee wilde werken zou een gesprek met de leidinggevende krijgen en liep het risico op een andere positie te worden geplaatst.

Medische gegevens zijn per definitie privacygevoelig en voor het verwerken daarvan gelden extra wettelijke eisen. Een werkgever mag over het algemeen geen alcohol- en drugstesten inzetten waarbij medische gegevens van werknemers worden verwerkt. Dit soort testen mogen in beginsel alleen afgenomen worden als dit in de wet is geregeld, zoals voor de luchtvaart. De gegevens kunnen in een arbeidsrelatie niet op grond van toestemming van de werknemer worden verwerkt. Werknemers zijn immers niet  vrij in hun keuze om wel of niet mee te werken aan deze controles.

Inzage in medicijngebruik

In het beleid van het energiebedrijf stond ook dat werknemers gevraagd zou worden hun leidinggevende te informeren over het gebruik van medicijnen die het beoordelingsvermogen of de reactiesnelheid beïnvloeden (medicijnen met gele sticker). Dit is in strijd met de wet omdat werkgevers deze gegevens over de gezondheid  van hun personeel zelf niet mogen verwerken. Alleen de bedrijfsarts mag informatie over medicijngebruik verwerken in het kader van de begeleiding en re-integratie van zieke werknemers. Het moet daarbij wel gaan om werknemers die werkzaamheden uitvoeren waarbij gevaar voor de werknemer of omstanders kan ontstaan bij gebruik van deze medicijnen.

Inzet drugshonden

Uniper wilde in bepaalde gevallen drugshonden inzetten om te controleren of medewerkers drugs bij zich hadden. De noodzaak van een dergelijke verregaande en intimiderende beleidsmaatregel heeft het energiebedrijf niet aangetoond.

Onderzoeksrapport AP november 2016

De inhoud van het onderzoeksrapport is het lezen waard.

In hoofdstuk 3 van dit rapport wordt het wettelijk kader inhoudelijk behandeld. Hoofdstuk 4 bevat een weergave van de concrete feiten en omstandigheden. In hoofdstuk 5 worden de feiten en omstandigheden getoetst aan de hand van het wettelijk kader.

In hoofdstuk 6 trekt de AP de volgende conclusies:

Conclusie at random alcoholtests en alcohol- en drugstesten bij vermoeden van gebruik

Er bestaat voor Uniper geen uitzonderingsgrond zoals bedoeld in artikel 21 en/of 23 Wbp voor de verwerking van gegevens over de gezondheid van werknemers die plaatsvindt bij het verzamelen, analyseren en (indien van toepassing) registreren van de uitslagen van alcohol- en drugstesten.

Het beleid dat Uniper vanaf 13 juli 2016 hanteert ten aanzien van het uitvoeren van alcohol- en drugstesten, is derhalve in strijd met artikel 16 van de Wbp. De overtreding door Uniper van artikel 16 Wbp vindt, zoals Uniper ook stelt, pas plaats op het moment dat er daadwerkelijk wordt getest en gegevens worden verwerkt.

Echter, beleid wordt opgesteld met de bedoeling de erin beschreven situaties op uniforme wijze te beoordelen en/of te regelen. In die zin mag dan ook worden aangenomen dat de in het beleid omschreven situaties zich in de praktijk zullen gaan voordoen. Reeds vastgesteld beleid met voorgenomen verwerkingen van persoonsgegevens valt onder de toezichthoudende taak van de Autoriteit Persoonsgegevens.

Conclusie verwerking van gegevens over medicijngebruik

Uniper verzocht, volgens het beleid dat gold van 29 oktober 2015 tot 13 juli 2016, werknemers die om zakelijke redenen deelnemen aan het verkeer of installaties bedienen, om eventueel medicijngebruik te melden bij de leidinggevende.

De Autoriteit Persoonsgegevens concludeerde in de voorlopige bevindingen dat Uniper, op grond van artikel 21, eerste lid, onder f, Wbp, de werknemer wel mag verzoeken het gebruik van medicijnen voorzien van een gele sticker bij de bedrijfsarts te melden, maar niet bij de werkgever zelf, omdat de werkgever deze gegevens over de gezondheid van werknemers niet mag verwerken.

In het nieuwe beleid van 13 juli 2016 verzoekt Uniper alle medewerkers het medicijngebruik met gele sticker te melden bij de bedrijfsarts van Uniper. Uniper heeft in het beleid niet opgenomen dat het verzoek om gebruik van medicijnen met een gele sticker te melden bij de bedrijfsarts alleen geldt voor werknemers die werkzaamheden uitvoeren die, bij gebruik van de medicijnen met een gele sticker, gevaar voor zichzelf en/of  anderen kunnen opleveren.

Uniper voldoet daarmee niet aan de noodzakelijkheidseis van artikel 21, eerste lid, onder f, Wbp en heeft derhalve geen uitzonderingsgrond voor de verwerking van gegevens over medicijngebruik, zoals neergelegd in het beleid van 13 juli 2016.  Het beleid dat Uniper vanaf 13 juli 2016 hanteert ten aanzien van het melden van het medicijngebruik met gele sticker is derhalve in strijd met artikel 16 Wbp.

De overtreding door Uniper van artikel 16 Wbp vindt, zoals Uniper ook stelt, pas plaats op het moment dat er daadwerkelijk wordt gemeld en gegevens worden verwerkt. Echter, beleid wordt opgesteld met de bedoeling de erin beschreven situaties op uniforme wijze te beoordelen en/of te regelen. In die zin mag dan ook worden aangenomen dat de in het beleid omschreven situaties zich in de praktijk zullen gaan voordoen. Reeds vastgesteld beleid met voorgenomen verwerkingen van persoonsgegevens valt onder de toezichthoudende taak van de Autoriteit Persoonsgegevens.

Conclusie inzet drugshond

In het beleid dat Uniper van 29 oktober 2015 tot 13 juli 2016 hanteerde werd bepaald dat Uniper controles op drugsbezit uit zou voeren met behulp van een drugshond.

Uniper heeft geen grondslag zoals bedoeld in artikel 8 Wbp voor het verzamelen van persoonsgegevens van werknemers (drugsbezit) met behulp van een drugshond/drugshonden en het (indien van toepassing) registreren van de op deze manier verzamelde gegevens. Uniper heeft de werkwijze aangepast en voert, volgens het beleid dat Uniper vanaf 13 juli 2016 hanteert, geen controles met drugshonden meer uit op drugsbezit van werknemers. Het beleid is derhalve ten aanzien van dit punt niet in strijd met artikel 8 Wbp.

Bron: https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/sites/default/files/atoms/files/rapport_db_uniper_def.pdf