Nieuwsitem

Niet nakomen van re-integratieverplichtingen bij ziekte!

Als een werkneemster ziek wordt moet de werkgever zorgen voor een tijdige en adequate verzuim- en re-integratieaanpak. Zowel op werkgever als werkneemster rust de verplichting re-integratie-inspanningen te verrichten.

Wat nu als werkneemster haar re-integratieverplichtingen niet nakomt, nergens op reageert en uiteindelijk ook niet op de zitting bij de kantonrechter verschijnt?

Feiten

Werkneemster is in 2012 in dienst getreden. In maart 2014 valt werkneemster vanwege ziekte uit.

Werkneemster heeft in het kader van haar re-integratie verschillende werkzaamheden verricht. In december 2014 wordt aan de hand van een arbeidskundige rapportage vastgesteld dat er binnen de organisatie van werkgever geen andere passende werkzaamheden meer voorhanden zijn. Vervolgens is een tweede spoor re-integratie opgestart.

Werkneemster raakt zwanger. Na afloop van het bevallingsverlof wordt werkneemster tot drie keer uitgenodigd te verschijnen op het spreekuur van de bedrijfsarts (respectievelijk in november en december 2015 en januari 2016). Werkneemster is op geen van de spreekuren verschenen.

In januari 2016 heeft werkgever schriftelijk aan werkneemster kenbaar gemaakt dat vanwege het herhaaldelijk niet verschijnen op het spreekuur van de bedrijfsarts, de loonbetaling wordt opgeschort.

Werkneemster reageert niet. Ook blijft nadien elke reactie uit op e-mails, berichten en verzoeken van werkgever, waarin deze aangeeft dat werkneemster niet meewerkt aan de re-integratie en dat zij ook in gebreke blijft met het doen van een tijdige aanvraag voor een WIA-uitkering. De loonbetaling is vervolgens geheel gestaakt.

Werkgever dient een ontbindingsverzoek in met als ontslaggrond ‘verwijtbaar handelen of nalaten van werkneemster, zodanig dat van werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren’ (de zogenoemde e-grond van artikel 7:669 lid 3, onderdeel e BW). Het verwijtbaar handelen of nalaten is gelegen in het door werkneemster niet nakomen van haar re-integratieverplichtingen.

Werkneemster verschijnt niet op zitting en heeft ook geen verweerschrift ingediend.

Wat zegt de kantonrechter?

Opnieuw oproepen bij deurwaardersexploot

Anders dan in de zaak die ik heb weergegeven in mijn nieuwsbericht ‘Help mijn werknemer is verdwenen!’, heeft de kantonrechter tijdens de zitting op 7 februari 2017 bepaald dat werkneemster via een deurwaardersexploot alsnog moest worden opgeroepen voor een zitting op 7 maart 2017.

Na de oproeping bij deurwaardersexploot stelt de kantonrechter dat werkneemster deugdelijk is opgeroepen en dat hij – ondanks het feit dat werkneemster wederom niet is verschenen – een beslissing kan nemen.

Overleggen van een deskundigenverklaring

De kantonrechter kan een verzoek op de ‘e-grond’ wegens het niet nakomen van de re-integratieverplichtingen op grond van artikel 7:671b lid 5, onderdeel b BW alleen toewijzen, indien de werkgever een deskundigenverklaring als bedoeld in artikel 7:629a BW heeft overgelegd. Werkgever heeft deze verklaring in de procedure ingebracht.

Schriftelijk manen werkneemster

Vervolgens concludeert de kantonrechter dat werkgever ook heeft voldaan aan de verplichting van artikel 7:671b lid 5, onderdeel a BW, namelijk het manen van werkneemster tot nakomen van de re-integratieverplichtingen.

Opzegverbod

De kantonrechter oordeelt dat er ook geen beroep kan worden gedaan op het opzegverbod van artikel 7:670 lid 1 BW omdat er inmiddels sprake is van een arbeidsongeschiktheid die langer dan twee jaar heeft geduurd.

Geen rekening houden met de opzegtermijn

Werkgever heeft bij verzoekschrift verzocht om bij de ontbinding van de arbeidsovereenkomst geen rekening te houden met de opzegtermijn omdat er sprake is van een ernstig verwijtbaar handelen van werkneemster. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst met ingang van 21 maart 2017 ontbonden, zonder rekening te houden met de opzegtermijn.

Transitievergoeding

Nu het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werkneemster is werkgever op grond van artikel 7:673 lid 7 onderdeel c BW geen transitievergoeding verschuldigd.

Bron: Kantonrechter Alkmaar 21 maart 2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:2600