Morgen is je laatste dag!
Zo moet het dus niet!
Een werknemer die sinds 1984 in dienst is ontvangt op 30 januari 2017 een handgeschreven briefje van zijn werkgever, met daarin de volgende tekst:
“Morgen is je laatste werkdag hier. Vergeet niet je sleutel achter te laten. Veel succes!”
Aan het schrijven van dit briefje gaat natuurlijk wel wat vooraf.
Werknemer is als projectleider werkzaam bij een bureau dat valt onder de werkingssfeer van de cao voor architectenbureaus. Werknemer is de enige medewerker van werkgever. Er hebben nooit functioneringsgesprekken plaatsgevonden en er zijn geen beoordelingsverslagen opgesteld.
In 2012 wordt bij werknemer alvleesklierkanker geconstateerd. Na een operatie is er in juni 2014 sprake van een volledige werkhervatting. In januari 2015 wordt bij werknemer de diagnose non-hodgkin vastgesteld. Ondanks deze diagnose blijft werknemer gewoon werken.
Sinds januari 2017 hebben werkgever en werknemer elkaar niet meer gesproken en verloopt de communicatie via briefjes.
Na ontvangst van het hierboven geciteerde briefje meldt werknemer zich ziek.
Uiteindelijk belanden partijen bij de kantonrechter. Werknemer verzoekt naast achterstallig salaris de transitievergoeding, een billijke vergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging.
Werkgever verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsverhouding dan wel op grond van andere omstandigheden.
Wat is het oordeel van de kantonrechter?
Het handgeschreven briefje kan bezwaarlijk anders worden opgevat dan als een opzegging van de arbeidsovereenkomst. Doordat een redelijke grond voor opzegging ontbreekt is de opzegging vernietigbaar.
Nu werknemer in het ontslag berust en de schending van de opzegregels een ernstige verwijtbaarheid aan het adres van de werkgever oplevert wordt een billijke vergoeding toegewezen.
Bij de berekening van de hoogte van de billijke vergoeding houdt de kantonrechter rekening met een inkomensschade van zes maanden, zijnde de termijn waarbinnen een gemiddeld functioneringstraject kan worden doorlopen, en legt werkgever gelet op de duur van het dienstverband ook de betaling van een immateriële vergoeding op. Daarnaast wordt de werkgever veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding en de gefixeerde schadevergoeding wegens een onregelmatige opzegging.
Totaalbedrag iets meer dan € 70.000,– . En dat op grond van een kort handgeschreven briefje!
Bron: Kantonrechter Rechtbank Noord-Nederland 13 juli 2017:
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNNE:2017:2580
Zie met betrekking tot de billijke vergoeding ook mijn nieuwsberichten van 5 en 6 juli 2017.