Nieuwsitem

Kosten van ontslag bij beëindiging arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden

De minister van SZW heeft op 24 mei 2017 het rapport ‘onderzoek naar de kosten van ontslag met wederzijds goedvinden in de periode 2015–2016’ van SEO Economisch Onderzoek aan de Tweede Kamer aangeboden.

Vanwege de demissionaire staat van het kabinet is afgezien van een inhoudelijke reactie op de inhoud van het rapport.

Samenvatting van het rapport

Ontslag met wederzijds goedvinden is met een aandeel van circa 70 procent de meest voorkomende ontslagroute in 2015-2016.  

Het aandeel ervan in het totaal aantal ontslagen is sinds 2011-2012 gestegen (toen 61 procent), terwijl het totaal aantal ontslagen is afgenomen. De kosten van ontslag met wederzijds goedvinden zijn met ongeveer 2 procent gestegen sinds de jaren 2011-2012. Dat is het saldo van een daling met 20 procent van de hoogte van ontslagvergoedingen aan ontslagen werknemers en een stijging van tijdbestedingskosten, juridische kosten en vooral de kosten van improductiviteit van de ontslagen werknemers.  

De meeste werkgevers geven aan dat zij werknemers met vaste contracten niet eerder of later ontslaan door de nieuwe ontslagregels in de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). 

De gemiddelde ontslagkosten voor de laatste ontslagzaak met wederzijds goedvinden bij een gemiddelde private bedrijfsvestiging met meer dan 5 werknemers bedragen bijna € 24 duizend.  

Ongeveer de helft van die kosten bestaat uit eenmalige vergoedingen aan de ontslagen werknemer en bijna een derde uit improductiviteitskosten, ofwel kosten voor de periode dat een werknemer nog in dienst is, maar geen productieve arbeid meer verricht. De ontslagkosten met wederzijds goedvinden zijn vooral gerelateerd aan de salarishoogte en de lengte van het dienstverband van werknemers. Voor werknemers die langer in dienst zijn en/of meer verdienen zijn de kosten aanzienlijk hoger. Dit zit vooral in de vergoedingen die aan de ontslagen medewerkers worden uitgekeerd. Deze worden immers veelal berekend op basis van de wettelijke transitievergoeding.

De kosten van ontslag met wederzijds goedvinden zijn hoger voor grotere bedrijven dan voor kleinere bedrijven. De gemiddelde totale ontslagkosten voor kleinere bedrijven met tussen 5 en 20 werknemers liggen op € 21 duizend, voor middelgrote bedrijven met 20 tot 100 werknemers op ruim € 32 duizend, en voor de grootste bedrijven met meer dan 100 werknemers op bijna € 40 duizend. Dat wordt vooral veroorzaakt door de eenmalige ontslagvergoeding aan ontslagen werknemers, onder andere omdat ontslagen werknemers van grotere bedrijven gemiddeld een hoger salaris hebben en gemiddeld langer in dienst zijn.

Bron:

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2017/05/24/rapport-de-kosten-van-ontslag-met-wederzijds-goedvinden-voor-werkgevers