Geslachtsdiscriminatie door geen vast contract aan te bieden!
Ook het College voor de Rechten van de Mens kreeg de vraag voorgelegd of werkgever discriminerend handelt door een zwangere werkneemster geen vast contract aan te bieden.
Feiten
Werkneemster heeft na twee tijdelijke contracten geen vast contract gekregen. Zij stelt zich daarbij op het standpunt dat haar toekomstig moederschap van een tweeling aan de beslissing van werkgever ten grondslag ligt.
Werkgever stelt dat aan werkneemster geen vast contract is aangeboden omdat er – in het licht van de toekomstige strategische ontwikkelingen binnen de organisatie van werkgever – twijfels zijn gerezen over de capaciteiten van werkneemster.
Oordeel College
Het College heeft vastgesteld dat het functioneren van werkneemster altijd als goed is beoordeeld.
Kort na de laatste beoordeling laat werkneemster aan de leidinggevende weten dat zij vervroegd met zwangerschapsverlof moet. Nog in dat zelfde gesprek spreekt de leidinggevende zijn twijfels uit over het functioneren van werkneemster en uit hij zijn zorgen over de zwaarte van een tweelingzwangerschap en de balans tussen werk en privé.
Dit feitencomplex maakt het volgens het College aannemelijk dat er een verband aanwezig is tussen de zwangerschap en het feit dat werkneemster geen vast contract heeft gekregen.
Werkgever is er in deze procedure niet in geslaagd aan te tonen dat met werkneemster is besproken dat door de toekomstige strategische ontwikkelingen haar functie zal wijzigen en dat van haar andere competenties worden verwacht.
Het College komt tot de conclusie dat werkgever de werkneemster discrimineerde op grond van het geslacht.
Bron: College voor de Rechten van de Mens 14 december 2017
https://www.mensenrechten.nl/publicaties/oordelen/2017-147