Nieuwsitem

Tijdelijke versoepeling van de RVU-heffing.

Als onderdeel van het pensioenakkoord wordt voor regelingen voor vervroegde uittreding (RVU-regelingen) de zogenaamde tijdelijke RVU-drempelvrijstelling ingevoerd.

De RVU-drempelvrijstelling treedt in werking met terugwerkende kracht per 1 januari 2021. Dat betekent dat de RVU-heffing van 52% voor u als werkgever tijdelijk en onder voorwaarden achterwege blijft, voor zover de betalingen in het kader van de RVU onder het bedrag van de drempelvrijstelling blijven.

De tijdelijke versoepeling is bedoeld om u als werkgever de mogelijkheid te geven om oudere werknemers die bijvoorbeeld niet hebben kunnen anticiperen op de verhoging van de AOW-leeftijd en niet gezond kunnen blijven werken tot de AOW-leeftijd, tegemoet te komen.

Voor gebruikmaking van de drempelvrijstelling moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

  • de uitkering ingevolge de RVU-regeling wordt toegekend in (maximaal) 36 maanden direct voorafgaand aan het bereiken van de AOW-leeftijd van de werknemer;
  • de drempelvrijstelling geldt zowel voor een eenmalige uitkering, als voor een periodieke uitkering die ingevolge een RVU is toegekend;
  • de drempelvrijstelling wordt berekend aan de hand van het aantal maanden vanaf de (eerste) uitkering tot aan het bereiken van de AOW-leeftijd van de werknemer, met een maximum van 36 maanden. Vindt de (eerste) uitkering dus plaats op een moment dat gelegen is op minder dan 36 maanden vóór de AOW-leeftijd, dan geldt de vrijstelling alleen nog voor de resterende maanden;
  • het bedrag van de drempelvrijstelling wordt per maand berekend;
  • de drempelvrijstelling bedraagt per maand (met een maximum van 36 maanden) maximaal een bedrag dat, na vermindering van loonbelasting en premie volksverzekeringen, gelijk is aan het nettobedrag van de AOW-uitkering voor alleenstaande personen zoals dat geldt op 1 januari van het jaar waarin de uitkering plaatsvindt;
  • de drempelvrijstelling is een tijdelijke maatregel die geldt van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025;
  • voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028 geldt een uitloopperiode.

Gedurende deze periode kan de drempelvrijstelling worden toegepast, mits de beëindigingsovereenkomst uiterlijk 31 december 2025 getekend is en de werknemer uiterlijk op 31 december 2025 de leeftijd bereikt die 36 maanden vóór de AOW-leeftijd ligt.

Wanneer u als werkgever eerder dan 36 maanden direct voorafgaand aan de AOW-leeftijd een vergoeding in het kader van een RVU uitbetaalt, bent u de RVU heffing van 52% verschuldigd. Binnen de 36 maandstermijn bent u ook over het gedeelte van het bedrag dat boven de drempelvrijstelling uitkomt, als werkgever de RVU-heffing verschuldigd.

Maandbedrag voor het berekenen van de RVU-drempelvrijstelling De RVU-drempelvrijstelling bedraagt voor het jaar 2021 per maand €1.847.