Nieuwsitem

Ongewenste aanrakingen en inbreuk op persoonlijke ruimte: seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Wat is er aan de hand?

Werknemer is sinds 1 september 2023 in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van een jaar. Zijn functie van IHP Supervisor waarbij hij een team van drie mensen aanstuurt.

Al in oktober 2023 heeft werkgeefster werknemer aangesproken op mogelijke handtastelijkheden richting collega’s. Eind november ontvangt werkgeefster een formele klacht van een medewerkster, waarin zij aangeeft dat werknemer haar meerdere malen ongewenst heeft aangeraakt en haar een zeer oncomfortabel gevoel heeft bezorgd door te dicht in haar persoonlijke ruimte te treden.

Werkgeefster informeert werknemer over de ontvangen klacht, start een intern onderzoek en schorst werknemer gedurende het onderzoek.

In het kader van het onderzoek heeft werkgeefster gesprekken gevoerd met werknemer, klaagster en twee vrouwelijke medewerkers. Uit het onderzoek komt naar voren dat verschillende vrouwelijke collega’s de aanrakingen van werknemer en het te dichtbij komen als onprettig hebben ervaren.

Begin december 2023 heeft werkgeefster werknemer laten weten dat het interne onderzoek aanleiding gaf het onderzoek voort te zetten bij een externe klachtencommissie. Ook heeft werkgeefster een beëindigingsvoorstel gedaan, waarop werknemer niet is ingegaan. Werknemer meldt zich vervolgens ziek.

De klachtencommissie heeft vanaf 28 december 2023 een onderzoek gedaan naar de klacht. Deze commissie bestaat uit een vertegenwoordiger vanuit de werknemers, een interne HR-medewerker en een onafhankelijk extern persoon met een juridische achtergrond. Van de gesprekken die de klachtencommissie heeft gevoerd zijn verslagen gemaakt. De klachtencommissie heeft op 9 februari 2024 de klacht van seksueel grensoverschrijdend gedrag deels gegrond verklaard en geadviseerd werknemer niet te laten terugkeren in de onderneming.

Op 14 februari 2024 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen partijen. In dat gesprek heeft werkgeefster laten weten dat zij het gedrag van werknemer niet tolereert, dat zij zorg heeft te dragen voor een veilige werkplek voor haar werknemers en dat zij het advies van de klachtencommissie wil volgen. Ook heeft Abacus een nieuw beëindigingsvoorstel gedaan. Werkgeefster heeft het verzoek van werknemer om een mediation afgewezen.

Werkgeefster verzoekt de kantonrechter met werknemer te ontbinden op grond van ernstig verwijtbaar handelen (e-grond), subsidiair op grond van een verstoorde arbeidsverhouding (g-grond) dan wel op grond van een combinatie van ontslaggronden (i-grond).

Werknemer beroept zich op het opzegverbod wegens ziekte en hij stelt tevens dat hij zich herkent in de aangevoerde verwijten.

Hoe luidt het oordeel van de kantonrechter?

Het beroep op het opzegverbod slaagt niet omdat de kantonrechter tot het oordeel komt dat werknemer verwijtbaar heeft gehandeld en dat ook als de arbeidsongeschiktheid van werknemer wordt weggedacht er toch sprake is van een voldragen ontslaggrond. Het verwijtbaar handelen van werknemer heeft plaatsgevonden voordat hij arbeidsongeschikt raakte en niet is gebleken dat dit handelen verband houdt met de omstandigheden waarop het opzegverbod betrekking heeft.

Als het gaat om de (ongewenste) aanrakingen door werknemer is de kantonrechter van oordeel dat het er op lijkt dat hij de grenzen niet goed aanvoelt. Werknemer kan daarvan een verwijt worden gemaakt omdat dit met hem is besproken en hij kort daarna (een maand later) vlakbij klaagster gaat zitten en in ieder geval twee keer haar bovenbeen aanraakt en haar opnieuw aanraakt bij haar vertrek. Klaagster is een ondergeschikte van werknemer wat zijn handelen meer verwijtbaar maakt. Dat geen sprake was van seksuele bijbedoelingen doet daar niet aan af. Dat sprake was van een informelere setting is niet van belang. De verhoudingen of omgangsvormen binnen het team, waarvan hij leidinggevende was, waren daar immers niet naar en tegen werknemer is expliciet gezegd dat de aanrakingen als niet prettig werden ervaren. Desondanks is hij hier binnen zijn korte dienstverband in ieder geval twee keer op aangesproken.

De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met inachtneming van de opzegtermijn. Het verzoek van werknemer om werkgeefster te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding wordt toegewezen, omdat er naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer.

Kortom:

  • Omgangsvormen staan volop in de spotlights!
  • Wees je bewust van het feit dat een aanraking door iemand als ongewenst kan worden ervaren.
  • Wees je bewust van jouw afstand tot de ander: zijn of haar ‘persoonlijke ruimte’.
  • ‘Een gewaarschuwd mens telt voor twee’: iemand die vooraf weet wat er fout kan gaan, moet zich er op voorbereiden.

Bron: ECLI:NL:RBNHO:2024:4485, Rechtbank Noord-Holland, 10967252 \ AO VERZ 24-15 (rechtspraak.nl)