Nieuwsitem

Herplaatsingsverplichting binnen een concern: verschillende opvattingen!

Onlangs oordeelde de kantonrechter Roermond dat voor de uitleg van de herplaatsingsplicht van artikel 7:669 lid 1 BW in samenhang met de artikelen 1 onderdeel e en 9 lid 2 van de Ontslagregeling, aansluiting moet worden gezocht bij artikel 2:24b BW.

Artikel 1 onderdeel e van de ontslagregeling bevat de volgende definitie van groep: “de groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek”.

In artikel 9 lid 2 van de Ontslagregeling is bepaald dat als de onderneming deel uitmaakt van een groep, bij de beoordeling van de vraag of een passende functie beschikbaar is ook arbeidsplaatsen in andere tot deze groep behorende ondernemingen moet worden betrokken.

Artikel 2:24b BW  bepaalt dat onder een groep moet worden verstaan een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch verbonden zijn en tevens dat groepsmaatschappijen rechtspersoenen en vennootschappen zijn die met elkaar in een groep zijn verbonden. In dit artikel is niet de bepaling opgenomen dat er sprake moet zijn van een centrale leiding.

Toch oordeelde de kantonrechter Roermond in deze procedure dat de werkgever geen arbeidsplaatsen bij aan hem gerelateerde bedrijven in zijn zoektocht hoefde te betrekken, omdat deze bedrijven niet onder dezelfde centrale leiding vallen als de werkgever.

In mijn nieuwsbericht van 4 april 2017 ‘Struikelen over de herplaatsingsverplichting’ heb ik al aandacht besteed aan deze problematiek.

Er zijn andere uitspraken waarin is geoordeeld dat de herplaatsingsplicht van de werkgever zich wel uitstrekt tot aan het bedrijf gerelateerde ondernemingen, ook zonder dat er sprake is van een centrale leiding. Zie bijvoorbeeld ECLI:NL:RBNNE:2017:973, ECLI:NL:RBNHO:2017:1107 en ECLI:NL:GHARL:2016:10148.

Conclusie: nu kantonrechters over de herplaatsingsverplichting  in concernverband verschillend denken, ligt het voor de hand dat een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad wordt gesteld. Dit betekent dat een lagere rechter een rechtsvraag aan deze hogere rechter voorlegt.

Bron: Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, 14 juni 2017.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBLIM:2017:5521