Grensoverschrijdend gedrag in de rechtspraak
De Advocaat-Generaal (A-G) bij de Hoge Raad mevrouw Wesseling-van Gent adviseert de Hoge Raad in haar conclusie van 19 november jl. voor de tweede keer (in één procedure) dat seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer in beginsel ernstig verwijtbaar is en vraagt (opnieuw) om een vuistregel van die strekking. De vorige keer dat de zaak bij de Hoge Raad lag, heeft de Hoge Raad zich over die door de A-G aanbevolen vuistregel nog niet uitgelaten, maar de uitspraak van het Hof waarin een ontslagvergoeding was toegekend, op andere gronden vernietigd.
De A-G blijft er in deze tweede cassatieprocedure echter bij: wie zijn handen niet thuis kan houden op de werkvloer, zeker in ondergeschiktheids- en afhankelijkheidsrelaties, handelt in beginsel ernstig verwijtbaar en heeft dus geen recht op een ontslagvergoeding. De A-G ziet “geen enkele aanleiding” om van dat eerder door haar geformuleerde uitgangspunt terug te komen.
ECLI:NL:PHR:2021:1087, Parket bij de Hoge Raad, 21/01616 (rechtspraak.nl)
Ontbinding arbeidsovereenkomst tussen hogeschool en docent o.g.v. verwijtbaar handelen; grensoverschrijdend gedrag; verschuldigdheid transitievergoeding; is handelen docent ernstig verwijtbaar? Vervolg op ECLI:NL:HR:2020:1307.
Nu is het wachten op de Hoge Raad.