Nieuwsitem

Gaat het concurrentiebeding worden aangepast?

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft bij brief  van 25 februari 2022 aan de Tweede Kamer medegedeeld dat in het belang van het moderniseren van de arbeidsmarkt de hervorming van het concurrentiebeding aan de orde is https://lnkd.in/eAGeeE_q.

In 2021 is het onderzoeksrapport van het bureau Panteia verschenen https://lnkd.in/ejpxyxvm.

Een van de belangrijkste resultaten uit het onderzoek is dat het gebruik van het concurrentiebeding fors is toegenomen. Het rapport noemt als redenen voor de toename dat veel werkgevers het beding graag hanteren, de drempel voor werkgevers om een concurrentiebeding aan te bieden erg laag is en dat het beding bij wijze van automatisme wordt opgenomen. Tegelijkertijd laat het Panteia-onderzoek zien dat het beding in veel gevallen te makkelijk wordt opgenomen. Niet alleen wordt het concurrentiebeding in grotere mate toegepast, ook signaleert het onderzoek van Panteia dat een grote groep werknemers wel aan een concurrentiebeding gebonden is, terwijl zij niet te maken hebben met redenen om een concurrentiebeding op te nemen (zoals bijv. het werken met klanten, relaties, bedrijfsgevoelige informatie).

Bovenstaande leidt tot de volgende analyse:

  • het gebruik van het concurrentiebeding neemt sterk toe. Dit maakt dat een steeds grotere groep van de beroepsbevolking wordt beperkt in de vrijheid van arbeidskeuze;
  • het concurrentiebeding is voor werkgevers van belang omdat zij zich hiermee kunnen beschermen tegen werknemers die met concurrentiegevoelige informatie, intellectueel eigendom en klantgegevens en –contacten naar een concurrent gaan (of zelf een concurrent worden) en zo het bedrijfsdebiet schaden;
  • de drempel om een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst op te nemen is zeer laag, terwijl dit voor de werknemer wel zwaarwegende consequenties kan hebben;
  • bij het inroepen van het concurrentiebeding zijn de gevolgen voor de werknemer groot, zonder dat deze hiervoor doorgaans wordt gecompenseerd, en staan niet altijd in verhouding met de belangen voor de werkgever;
  • de werknemer aan zet is om aan te tonen waarom een werkgever geen gerechtvaardigd belang heeft bij het inroepen van het concurrentiebeding. Dit is voor veel werknemers niet opportuun, vanwege de onzekere uitkomsten van een procedure, en de kosten en tijdsduur hiervan.

De Minister stelt het volgende. Een toekomstig voorstel van de regering tot modernisering van het concurrentiebeding zal waarschijnlijk uit een beleidsoptie van verschillende elementen bestaan. Deze elementen zouden zoveel mogelijk moeten voorzien in een oplossing voor de hierboven geschetste problemen en invulling moeten geven aan de hierboven geformuleerde doelstellingen. Er zijn voor de hervorming vier beleidsopties geformuleerd.

𝐁𝐞𝐥𝐞𝐢𝐝𝐬𝐨𝐩𝐭𝐢𝐞 𝟏

–      Beperken maximale duur tot 1 jaar.
–      Verplicht expliciteren en motiveren van geografisch bereik in het beding.
–      Concurrentiebeding vervalt bij faillissement.
–      Concurrentiebeding vervalt bij ontslag in proeftijd.
–      Het concurrentiebeding kan alleen worden ingeroepen als ontslag op initiatief van werknemer plaatsvindt.
–      Voorwaarden stellen aan bekendmaking intentie werkgever wel/niet inroepen beding na afloop dienstverband.

𝐁𝐞𝐥𝐞𝐢𝐝𝐬𝐨𝐩𝐭𝐢𝐞 𝟐

–      Alle elementen van beleidsoptie 1.
–      Verplichte vergoeding modaliteiten:
–      Vergoeding bij inroep beding;
–      Vergoeding bij afsluiting beding (signing fee) optioneel.

𝐁𝐞𝐥𝐞𝐢𝐝𝐬𝐨𝐩𝐭𝐢𝐞 𝟑

–      Alle elementen van beleidsoptie 1.
–      Beperking concurrentiebeding alleen bij zwaarwegend bedrijfsbelang, motivering werkgever bij aangaan beding. Conform de huidige situatie voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd.

𝐁𝐞𝐥𝐞𝐢𝐝𝐬𝐨𝐩𝐭𝐢𝐞 𝟒

–      Alle elementen van beleidsoptie 1.
–      Verplichte vergoeding beleidsoptie 2.
–      Beperking concurrentiebeding alleen bij zwaarwegend bedrijfsbelang beleidsoptie 3.

Het ligt in de bedoeling om de Tweede Kamer in de zomer van 2022 opnieuw te informeren over het voornemen van de Minister om te komen tot aanpassing van het concurrentiebeding.