Een onhandige flirtpoging kost geld!
Werkneemster is als coördinator op basis van een verlengde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd werkzaam bij een avontuurlijke speeltuin voor kinderen van alle leeftijden en achtergronden. Het bestuur van de speeltuin (de werkgever) bestaat uit vijf leden.
Wat is er gebeurd?
Werkneemster heeft op 15 juli 2022 in een gesprek met twee bestuursleden melding gemaakt van ongewenst gedrag van een van de andere leden van het bestuur, dat er uit heeft bestaan dat hij in augustus 2021 seksueel getinte WhatsApp berichten (waaronder een zogeheten ‘dickpic’) aan haar heeft gestuurd. In een verslag van dit gesprek van werkgever staan naast deze melding vier afspraken die met [verzoeker] zijn gemaakt. Op dezelfde datum heeft een van de bestuursleden waarmee is gesproken ArboNed gevraagd een externe vertrouwenspersoon aan te stellen. Bij e-mail van 29 juli 2022 is het personeel en de vrijwilligers van de speeltuin geïnformeerd dat een vertrouwenspersoon is aangesteld en hoe zij te bereiken is.
Vervolgens ontstaat er tussen werkneemster en werkgever een discussie over de werking van een pinapparaat waarmee betalingen worden verricht. Medio februari meldt werkneemster zich ziek, waarna zij van een van de bestuursleden een e-mail krijgt toegezonden waarin onder meer wordt aangegeven dat zij het meningsverschil met het bestuur laat escaleren, waar de kinderen de dupe van zijn geworden.
Werkneemster dient begin maart 2023 een officiële klacht in bij het bestuur waarin zij aangeeft dat er sprake is van een angstcultuur en roept het bestuur op tot het nemen van maatregelen. Na een gesprek met twee bestuursleden, waarvan werkneemster een heimelijke opname heeft gemaakt, ontvangt werkneemster het bericht dat haar arbeidsovereenkomst niet wordt voortgezet en dat deze op 30 juni 2023 van rechtswege zal eindigen.
Naar het oordeel van het bestuur wordt de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet voortgezet omdat werkneemster niet voldoet aan de functie-eisen en er sprake was van disfunctioneren.
Werkneemster stelt zich op het standpunt dat het niet voortzetten van het dienstverband het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van twee bestuursleden te weten het sturen van seksueel getinte WhatsApp berichten (waaronder een ‘dickpic’) en intimiderende uitlatingen in een e-mailbericht.
Werkneemster verzoekt de kantonrechter naast toekenning van de transitievergoeding werkgever te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van € 18.949,31 bruto.
Wat is het oordeel van de kantonrechter?
De kantonrechter is van oordeel dat werkgever niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van disfunctioneren. Wel was er duidelijk sprake van spanningen tussen partijen. De manier waarop werkgever daarmee is omgegaan acht de kantonrechter ernstig verwijtbaar.
Met name de e-mail van medio februari 2023 van een van de bestuurders aan werkneemster na haar ziekmelding is, gezien de druk die daarvan uitgaat, uitermate ongepast, net als de grensoverschrijdende WhatsApp berichten van een andere bestuurder die bovendien door werkgever ter zitting zijn gebagatelliseerd door ze te beschrijven als een onhandige flirtpoging hetgeen gezien de aard van de berichten een misplaatste beschrijving daarvan is.
Werkgever treft het verwijt niet aan enig herstel van vertrouwen te hebben gewerkt door bijvoorbeeld serieus en constructief met werkneemster in gesprek te gaan in plaats van haar min of meer direct te laten weten dat zij niet meer kon blijven. De billijke vergoeding wordt vastgesteld op een bedrag van € 9.476,– bruto en de transitievergoeding op € 921,14 bruto.
ECLI:NL:RBNHO:2023:13609, Rechtbank Noord-Holland, 10726664 AO VERZ 23-113