Nieuwsitem

Werkgever opgelet: werkneemster neemt in een emotionele opwelling zelf ontslag!

Wat is er aan de hand?

Werkneemster (59 jaar oud) is vanaf juni 1998 in dienst bij  een huisartsenpraktijk in de functie van doktersassistent.

Werkgeefster heeft op enig moment aangegeven van plan te zijn met de medewerkers een coaching traject aan te gaan, omdat zij van mening is dat binnen de praktijk op eilandjes wordt gewerkt.

Werkneemster is hiervoor niet uitgenodigd, ‘omdat dit voor de toekomst is’. Op 18 mei 2021 heeft werkneemster huilend aan de werkgeefster medegedeeld ontslag te nemen, omdat zij zich buiten het team geplaatst voelde.

In het bijzijn van een collega heeft zij ter plekke op een papiertje geschreven: ‘Ik neem ontslag per 1 juli 2021’. De ontslagname is op 19 mei 2021 door werkgeefster schriftelijk bevestigd. Op 21 mei 2021 is werkneemster teruggekomen op haar ontslagname; zij zou dit in een opwelling hebben gedaan.

Werkneemster verzoekt thans haar op 18 mei 2021 geuite opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen op grond van artikel 3:34 lid 2 BW. Bij werkneemster heeft de wil ontbroken voor haar eenzijdige opzegging, nu zij dit in een emotionele opwelling heeft gedaan en daarbij niet voldoende heeft overzien welke gevolgen het opzeggen voor haar zou hebben.

Wat is het oordeel van de kantonrechter?

Werkgeefster heeft niet enkel mogen afgaan op hetgeen werkneemster op 18 mei 2021 heeft geuit.

Nu het eenzijdig nemen van ontslag ernstige gevolgen heeft voor een werkneemster, mag niet te snel worden aangenomen dat de verklaring van de werkneemster is gericht op vrijwillige beëindiging van het dienstverband. De werkgever moet onderzoeken of de werkneemster wel echt beëindiging van de arbeidsovereenkomst heeft beoogd en de gevolgen daarvan heeft overzien. In dit geval kwam de opzegging voor werkgeefster totaal onverwacht.

De volgende omstandigheden worden in het oordeel van de kantonrechter meegenomen:

  • Weliswaar bestonden er bij werkneemster plannen om voor twee dagen per week elders als praktijkmanager te gaan werken, maar zover was het zeker nog niet.
  • Voor werkgeefster moet het duidelijk zijn geweest dat werkneemster op 18 mei 2021 haar mededelingen, boos en deels in tranen, in een emotionele staat heeft gedaan.
  • Tegen de achtergrond van het recente overlijden van haar moeder en een WhatsApp-bericht van de dag ervoor – waarin zij duidelijk is over de aanleiding van haar verdriet en verontwaardiging over het niet meedoen aan de coaching – moet haar gedrag, maar ook de opzegging, voor werkgeefster aanleiding zijn geweest heel goed na te gaan of werkneemster dit inderdaad wilde en of zij de gevolgen overzag.
  • Van een zorgvuldig werkgeefster had mogen worden verwacht dat zij niet de werkelijke wens had afgeleid uit het gedrag van werkneemster op die ene dag, maar haar een bedenktermijn had moeten geven, zeker ook in het geval dat werkneemster heeft gezegd dat niet nodig te vinden.
  • In tegenstelling daartoe heeft werkgeefster de opzegging meteen de dag erna bevestigd en is zij niet in positieve zin ingegaan op het op 21 mei 2021 door werkneemster terugkomen op die mededeling.
  • De leeftijd, duur van het dienstverband en de onberispelijke staat van dienst.

Eindresultaat

De opzegging door werkneemster is vernietigd en zij moet weer worden toegelaten tot het haar werkzaamheden.

Bron: Rechtbank Gelderland, kantonrechter Apeldoorn, zaaknummer 9314030 HA VERZ 21-46 en 9347757 HA VERZ 21-47, 9 september 2021