Nieuwsitem

Wel of geen seks in de kolfruimte van een penitentiaire inrichting is voor het ontslag niet relevant!

Wat is er aan de hand?

De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) voert namens de minister van Justitie straffen en vrijheidsbenemende maatregelen uit. Eén van de 77 vestigingen van DJI is de penitentiaire inrichting Justitieel Complex Zaanstad (JC Zaanstad).

Werknemer is sinds 17 februari 2003 in dienst bij DJI. Zijn huidige functie is Teamleider Veiligheid bij JC Zaanstad. Werknemer is een ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. De kerntaak van de functie van Teamleider Veiligheid is het voorkomen van onveilige situaties door het toezien op de juiste naleving van veiligheidsvoorschriften en beveiligingsmaatregelen.

Op de arbeidsovereenkomst zijn de CAO Rijk, de Gedragscodes Integriteit Rijk (GIR) en de Gedragscode van de Dienst Justitiële Inrichtingen (GDJI) van toepassing. De GIR en GDJI vormen een (minimum) kader voor integer handelen. Binnen dit kader worden (onder meer) de kernwaarden betrouwbaarheid, professionaliteit, respect en openheid uitgewerkt.

Op 11 maart 2023 heeft werknemer een privé-afspraak gehad in JC Zaanstad met een externe bezoekster. Deze dame is op 10 maart 2023 door werknemer aangemeld in het bezoeksysteem ‘Fmis’. Uit camerabeelden blijkt dat werknemer en de bezoekster zo’n 20 minuten samen in de kolfruimte zijn geweest, waardoor hij als Teamleider Veiligheid niet bereikbaar was. als Teamleider van dienst en verantwoordelijke voor de operatie moet hij te allen tijde bereikbaar zijn.

Begin oktober 2023 wordt het Hoofd Veiligheid, tevens de leidinggevende van werknemer, gevraagd of zij wist (a) van de relatie van werknemer met een collega en (b) zij op de hoogte was   dat een externe bezoekster op 11 maart 2023 bij werknemer op bezoek is geweest in JC Zaanstad en waarmee hij vermoedelijk seks heeft gehad in de kolfruimte op de derde verdieping.

Werknemer wordt hierop aangesproken, waarna hij direct wordt geschorst met doorbetaling van zijn loon. De schorsing is schriftelijk aan hem bevestigd. Vervolgens worden een aantal collega’s gehoord. Uit de verklaringen van deze collega’s kan onder meer worden afgeleid dat werknemer heeft aangegeven dat hij op het werk regelmatig seks heeft gehad met een collega in het camerahok.

Werknemer is medio december 2023 met deze verklaringen geconfronteerd en is hem om een reactie gevraagd. Gedurende het gesprek heeft DJI de verklaringen van werknemer afgezet tegen de verklaringen van zijn collega’s en de verschillen benadrukt. Aan het einde van het gesprek heeft DJI aangegeven dat zij geen vertrouwen meer heeft in werknemer. DJI verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van verwijtbaar handelen van werknemer (e-grond).

DJI stelt dat werknemer een bezoekster heeft binnengelaten, terwijl hij wist dat zij op grond van het Toegangsbeleid JC Zaanstad geen recht had om binnen de inrichting te zijn. Werknemer was tijdens dit bezoek ook nog gedurende 20 a 25 minuten onbereikbaar. Toen werknemer hiermee werd geconfronteerd, heeft hij vervolgens over het incident gelogen en wisselende verklaringen afgelegd. Werknemer heeft hiermee de Gedragscode Integriteit Rijk en de gedragscode van de DJI meerdere malen ernstig geschonden. Daarnaast heeft hij zich als slecht werknemer gedragen door roddels over een (seksuele) relatie met collega te voeden althans in stand te houden, althans niet in te grijpen, waarmee hij ook deze collega heeft geschaad.

Werknemer verzet zich tegen de ontbinding van de arbeidsovereenkomst door te stellen dat de hele situatie berust op roddels van collega’s en er geen sprake is van vaststaande feiten. De verklaringen van collega’s zijn suggestief, speculatief en vermoedelijk onderling afgestemd. Als de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden verzoekt werknemer een billijke vergoeding van      € 132.531,– bruto.

Hoe kijkt de kantonrechter tegen deze zaak aan?

Allereerst is de kantonrechter van oordeel dat voor werknemer, als ambtenaar werkzaam in een Justitiële Inrichting hoge integriteitseisen gelden. Zoals uit de toepasselijke gedragscodes volgt, wordt van werknemer verwacht dat zijn gedrag onkreukbaar is, dat hij betrouwbaar en zorgvuldig, professioneel, respectvol en open is. Daarbij komt dat hij in zijn hoedanigheid van leidinggevende een voorbeeldfunctie heeft. Verder is hij, als Teamleider Veiligheid, verantwoordelijk voor het voorkomen van onveilige situaties door het toezien op de juiste naleving van veiligheidsvoorschriften en beveiligingsmaatregelen.

De kantonrechter is ook van oordeel dat het werknemer van te voren volstrekt helder was en moest zijn dat het binnenbrengen van de bezoekster op 11 maart 2023 door DJI ontoelaatbaar was, terwijl hij er gelet op zijn functie en ervaring ook mee bekend moet worden verondersteld dat naleving van deze regels noodzakelijk is voor de veiligheid van de werknemers, de gedetineerden en de maatschappij.

Wat is er in de kolfruimte gebeurd?

Werknemer heeft erkent dat hij zich met de bezoekster naar de kolfkamer heeft begeven en daar is verbleven. Vaststaat dat dat niet was om te kolven. Wat daar wel is gebeurd is echter naar het oordeel van de kantonrechter niet relevant.

Feit is dat werknemer tijdens het bezoek gedurende een periode van in ieder geval twintig minuten daadwerkelijk onbereikbaar is geweest. Dat is werknemer aan te rekenen, aangezien hij als Teamleider Veiligheid van dienst het eerste aanspreekpunt bij calamiteiten was. Door zowel op zijn werktelefoon als diensttelefoon onbereikbaar te zijn, heeft hij bewust en onnodig een veiligheidsrisico genomen. Dat werknemer wisselende verklaringen heeft afgelegd heeft ook de indruk gewekt dat hij in de gesprekken met DJI niet (helemaal) open en eerlijk is geweest. Dit terwijl van werknemer als ambtenaar een hoge mate van betrouwbaarheid en integriteit mag worden verwacht.

De conclusie is dat werknemer zich niet heeft gedragen zoals van hem verwacht had mogen worden. De kantonrechter is van oordeel dat hij zodanig verwijtbaar heeft gehandeld dat van DJI in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Nu de gang van zaken rondom het incident van 11 maart 2023 voldoende is voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-grond, behoeven de overige aan het ontbindingsverzoek ten grondslag gelegde redenen geen bespreking meer en ligt herplaatsing van werknemer in de gegeven omstandigheden niet in de rede.

De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden per 1 juli 2024 met toekenning van een transitievergoeding. Het verzoek van werknemer om een billijke vergoeding toe te kennen wordt afgewezen.

Bron: ECLI:NL:RBNHO:2024:5683, Rechtbank Noord-Holland, 10948606 \ AO VERZ 24-29 (rechtspraak.nl)