Nieuwsitem

Is er sprake van een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring?

Als een werknemer de arbeidsovereenkomst opzegt, dan volgt uit de rechtspraak van de Hoge Raad dat die opzegging een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van de werknemer vereist, die erop gericht is de beëindiging van de arbeidsovereenkomst te bewerkstelligen.

Achterliggende gedachte: bescherming werknemer tegen de ernstige gevolgen die een vrijwillige beëindiging van de arbeidsovereenkomst kan hebben, waaronder het verlies van ontslagbescherming en het recht op een uitkering.

Feiten

Op een vrijdag heeft een Hongaarse werknemer (werkzaam als uitbener in een slachthuis) vrij gevraagd voor de maandag erop, omdat hij naar Hongarije wilde gaan. Dit werd geweigerd, omdat het te kort van tevoren was aangevraagd en omdat er dan onvoldoende bezetting zou zijn.

Voordat hij naar huis ging, werd hem een formulier ter ondertekening aangeboden. De werknemer heeft dit op de parkeerplaats ondertekend. Het betrof een aankruisformulier dat zowel diende voor het aanvragen van verlof als voor ontslagname.

De werknemer stelt dat hij in de veronderstelling was dat hij een vakantie-aanvraag ondertekende. Op het formulier had de werkgever echter ingevuld dat de werknemer per komende zaterdag ontslag nam.

De werkgever heeft aangevoerd dat de werknemer had gezegd dat hij toch naar Hongarije zou gaan. De werknemer spreekt erg weinig Nederlands.

Werkgever stelt zich op het standpunt dat de arbeidsovereenkomst door opzegging van de werknemer is geëindigd, terwijl de werknemer van mening is dat de arbeidsovereenkomst nog steeds bestaat en dus loon vordert.

Wat zegt de kantonrechter?

Er is geen sprake van een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring, die erop gericht is beëindiging van de arbeidsovereenkomst te bewerkstelligen. De werkgever heeft niet, althans onvoldoende, geverifieerd of de werknemer zich realiseerde wat voor een document hij ondertekende en wat de gevolgen van een opzegging voor hem zouden zijn.

Doordat de wilsverklaring van de werknemer ontbreekt komt de kantonrechter tot de conclusie dat er geen sprake is van opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werknemer. De loonvordering wordt toegewezen.

Bron: Kantonrechter ’s-Hertogenbosch 4 mei 2017: ECLI:NL:RBOBR:2017:2431